Marion Verkooijen

Persoonlijke verhalen van een echte Wijchense dern.

Bioloog

Harry ‘ons pap, was vroeger op agrarisch gebied de tijd al ver vooruit. Een klein moestuintje achter zijn huis was alles voor hem. Vooral biologisch tuinieren. Geen onkruidverdelger en géén vergif op zijn gewassen. Hij teelde verschillende soorten groentes zoals : andijvie, spinazie, snijbiet, boontjes, een klein hoekje met piepers en ‘veul slaoi’. Vaak stond ‘ons pap’ als een standbeeld naar zijn groentetuintje te kijken, voordat de eerste kiem uit de grond kwam. En als er per ongeluk onkruid bv : boterbloem, weegbree, brandnetel, een kevertje of een slakje in de sla of spinazie zat, zei Harry: ‘Och, doar godde nie dood an, dé kunde gerust opéten, Nu in deze tijd hoor je steeds vaker dat mensen in speciale restaurants insecten eten. Het schijnt gezond te zijn. Daarom zijn wij ………..

Een paar keer in de week aten wij een grote bord piepers met slaoi, die in een regenton gewassen werd. ‘Godsie alwer Slaoi,’ riepen mijn broer en ik vaak tegenlijk. Harry ging meteen ‘over’Den Bosch’met zijn biologisch verhaal. Hoe gezond het was voor je lichaam, omdat de groente niet met gif werd bespoten en vers uit de grond kwam. De fles met slasaus stond ook niet op tafel, want daar hield Annie ‘ons mam’ niet van. Wel de echte ‘juinpijpkes’, oftewel ajuinpijpjes met de speklapjes. Harry herhaalde vaak deze zin, ‘Vroeger in de oorlog, toen we thuis nog met een groot gezin waren en weinig geld hadden, kookte ons ‘moek’ al vegetarisch, veul piepers, die niet geschild werden, omdat ze zo klein en gratis waren met groente, die ze nu in deze tijd zouden weggooien. Ze noemde ons ‘De slanke jongens van Verkooijen’.

Elk slablad werd door mij nauwkeurig nagekeken, of dat er een verscholen insect naar mij zat te loeren. Wij hebben vroeger ‘dat weten wij zeker, menige keer insecten gegeten. Af en toe komt het nog ter sprake. Een goede vriend van Harry die uit het westen van Nederland kwam en niks met moestuintjes had, zei vaak tegen Harry. ‘Jullie Wijchenaren hebben alleen maar verstand van sla en stront!’ Hij had gelijk!

Apen

Halfweg jaren zestig, had mijn oom die naast ons woonde in de Haagdoornstraat, drie apen. Echte apen! Wat heel bijzonder was in de buurt. Een tijdelijke opvang, totdat ze naar de dierentuin in Arnhem terecht konden. Juli en Roelie, twee kapucijn aapjes en Berry, een grote wolaap met een hoog libido gehalte. Herhaaldelijk werden de aapjes misbruikt door Berry, ‘niet strafbaar bij de apenfamilie‘. Mijn nichtjes en ik, ‘wij waren toen tieners‘, kregen dikwijls seksuele voorlichting te zien bij apen.

Op een middag vroeg Mari Coenders, die toen nog maar een menneke was aan mijn oom of hij de grote aap Berry mocht aaien. ‘Jaaa zei Jo, dat mag wel, maar dan moet je eerst een paar keer langs de ren lopen, zodat ie jou herkent. Mari liep een paar keer heen en weer, doch iets te dicht langs het gaas. De grote wolaap greep hem meteen bij zijn haren. Het snuutje van Mari zat vast tegen het gaas aan. Berry, de heetgebakerde aap sprong en krijste, maar hield wel de haren stevig vast van Mari, die ook moord en brand schreeuwde Daar had Jo niet aan gedacht en ging vlug de kooi in om de grote aap af te leiden. Wat ook lukte! Gelukkig voor de “helemaal over de rooie” Mari, die gesust moest worden door Jo. In de loop der jaren heeft Jo zich vaak ontfermd over Mari.

Dat apen op mensen lijken dat weten we. Op een middag wilde ome Jo een middagdutje doen en besloot om Berry in de nachtkooi te doen zodat de twee kleine aapjes ook even rust hadden, maar helaas. Hij had niet in de gaten dat Berry stiekem een steen had binnen gesmokkeld en bezig was om een ruit eruit te tikken met de steen. Rust verstoord voor ome Jo. Slimme Berry!

Op een zomerse middag , terwijl ik even naar mijn nichtje Janny was die naast ons woonde, een gevloek en getier hoorde. Oei! riep ik naar mijn nichtje. Vlug renden wij en andere familieleden naar buiten om te kijken wat er toch aan de hand was. Annie ‘ons mam’, stond buiten met haar armen naar boven te zwaaien en jungle geluiden te roepen naar een van de slaapkamers. Aldaar sprong één ontsnapt kleine aapje van het ene gordijn naar het andere gordijn. Het aapje ontblootte ook nog zijn tanden. Het was net of hij ons uitlachte. En Annie riep maar, dat haar gordijnen helemaal naar z’n mallemoer waren. Al met al een heel komisch tafereel. Jo, haar broer heeft uiteindelijk het aapje voorzichtig uit de gordijnen gehaald, die desondanks heel waren gebleven. Gelukkig heeft Annie toen ze rustig was, door de hele commotie er ook om moeten lachen en Harry ‘ons pap’ die het hele schouwspel niet mee had gekregen nog veel harder.

Een van de dochters van Jo is later nog naar de dierentuin geweest om te kijken, of de apen er nog waren. De herkenning was wederzijds.

“De Ploeg “

Vrijwel iedereen ging eind jaren zestig & zeventig naar zaal Verploegen( De Ploeg, een dancing) in de Woezik. Met onze vriendenkring gingen wij er elke zaterdag en zondagavond naar toe: Bomvol! Als we binnen kwamen stormden wij gelijk naar de rechterkant van de bar. Ieder groepje had zijn eigen plekje…Af en toe waren ze ons voor.

Uit Bergharen, Beuningen, Ewijk, Deest, Druten, tot zelfs uit Angeren, kwamen ze naar de ploeg toe. Uit Nijmegen weinig. Leuke Bandjes, vooral als de New Four uit Mierlo speelden met de top veertig muziek uit die tijd, of Mouth & MacNeal, Jacques Herb, (Manuela) Ook trad er nog een beroemde Britse popgroep ” the Fourtunes”met hun grootste succes, ” You’ve got your troubels” op in zaal verploegen. En één keer een Amerikaanse Motownband, weet alleen de naam van de band niet meer. The temptations, of The Trammps.

Op een zaterdagavond kwam ‘Gradje de Ploeg eigenaar,’ richting ons groepje lopen, omdat hij vond dat er een vreemd luchtje hing. Een vriend van ons was net even van tevoren met de Puch ‘brommer’ naar Nijmegen (Extase) gegaan om wat wiet te kopen en dát rook Gradje. Wij zeiden, dat wij een nieuw merk sigaretten hadden gekocht en dat geloofde hij. Wij hielden ook niet zo van dat mauwmuziek wat daar speelde, meer van het ruige, jankende gitaren muziek zoals : Deep Purple, ‘Smoke on the water’ of Led zeppelin ‘Whole Lotte Love, The Rolling Stones, Sympathe For The Devil. 1969.

Wij scholden weleens op de ploeg, als we zaterdags met mekaar hadden afgesproken. Op een gegeven moment heb je het wel gehad. Velen kregen verkering en trouwden. Tijd voor een andere locatie!

Wij gingen richting het centrum, omdat er een alleenstaande vrij jonge uitbaatster ”Annemiek” het over had genomen van de familie Essing. Het heette voortaan “De Drie Mispelbloemen.” Dit was een aanwinst voor ons!

“Gastarbeiders”

Omstreeks eind jaren vijftig kwamen vele gastarbeiders naar Europa om te komen werken. Zo ook in ons toentertijd kleine dorpje Wijchen, waar men uitsluitend het Wijchens dialect praatte.

Een van de eerste gastarbeider die in Wijchen kwam werken was een vriendelijke, goedlachse Turkse man met een enorme grote snor, die een baan achter de vuilniswagen had en door de straten van de Valendries liep. Omdat hij een moeilijk uitsprekende naam had, noemde iedereen hem “de snor”. Vele mensen kennen hem nog. Hij heeft de Nederlandse taal nooit goed kunnen leren in een dorp waar men enkel en alleen maar het Wijchens dialect tegen hem praatten.

De volgende anekdote is van Wim Hendriks (konijnenboer) die op de hoek Acacia- Haagdoornstraat woonde en mij recent dit verhaal stuurde over een gastarbeider, die noch kon fietsen, laat staan kon rijden op een bromfiets. Maar het graag wilde proberen op een bromfiets van een paar jonge buurtbewoners die hem het wel eventjes wilden leren, met de nodige uitleg, voordat hij mocht gaan rijden. Het starten ging goed. Beetje bij beetje gas erbij. Je voelt hem al aankomen. In plaats om de bocht te nemen, ging de man vol gas over het tegelpad richting ‘’Peukie Arts, Haagdoornstraat’’ en reed met volle vaart tegen de voordeur aan van de familie Coenders, die stijf van schrik in de huiskamer zaten. Terwijl de man helemaal over de toeren met de bromfiets in de gang tot stilstand kwam. Nadat ze uitgelachen waren, toch met zijn allen geholpen om de schade van de gesloopte voordeur zo goed mogelijk te repareren. De arme man was helemaal over de zeik en moest gekalmeerd worden.

April 2021

Afijn, we zijn al weer een jaar verder en er is nog niet veel veranderd. In feite is het nog erger geworden. Lock down, avondklok. Alhoewel wij de avondklok voor de ‘iets iets oudere generatie’, dat niet zo erg vinden. Wat wij doen is bijvoorbeeld: Op een zaterdagmiddag bij je thuis, twee familieleden of vrienden uitnodigen. Gezellig bij kletsen met een hapje en een drankje erbij. En voor tien uur maken dat je thuis bent, anders wordt het een duur drankje. Moet kunnen!

We zitten opgesloten in ons eigen huis. Familieleden, hoe zien ze er uit. Zijn ze dikker of magerder geworden. Af en toe beeldbellen. Ook dat wordt minder. Het vervreemd. De weken, maanden gaan voorbij. Gaat wel van je leven af. We willen weer dingen doen, die we voorheen deden. Ieder op zijn eigen manier. We zijn er klaar mee, maar het virus niet. Er zijn al vele mensen gevaccineerd, vooral mensen die in de zorg werken en voorgaan. Terecht! Maar er duikt steeds een nieuwe variant op, die roet in het eten gooit. Een virusoorlog, die steeds een nieuw wapen inzet. Het lijkt wel of de deskundigen steeds op een verkeerd spoor worden gezet.

En wij …… gekluisterd voor de tv hopend op een goed bericht, dat deze ‘ oorlog‘ voorbij is. Maar we worden steeds blij gemaakt met een dooie mus. Dit is frustrerend! Vooral voor jonge mensen. Ga je eigen maar na toen je jong was

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder! Ramses Shaffy.

Marion verkooijen.

Hangplek “De Lip”

Omtrent 1969.

Elke avond rond zes uur gingen mijn vriendinnen en ik uit onze straat naar het grasveld tegenover de friettent lepoutre, “De Lip’’, die er nou nog staat als cafetaria.

Een ontmoetingsplek, waar gelachen, gedold, veel sjekkies gedraaid werden en af en toe iets te eten of drinken halen.

Wel vroeg de eigenaar van de friettent op een zomerse avond aan ons of wij het afval voortaan in de afvalemmer wilden gooien, ook voor de omgeving en wat wij ook deden. Vooral omdat ie het zo netjes vroeg aan ons. Onze generatie werd toen al milieu bewust gemaakt.

De mode en muziek was heel belangrijk in die tijd, Swinging Sixties.

De jonge mannen hadden lange haren en reden met een Puch, Tomos, Kreidler of Zundapp. Heel stoer! En wij de meisjes droegen lakjassen, Flower power broeken, mini jurkjes of rokjes in de steil van “Twiggy”. Vooral de ogen werden zwaar opgemaakt met zwarte eyeliner, daar moest je wel even voor gaan zitten. “Ons pap Harrie zei altijd, “och jee, ze gaan weer op oorlogspad”.

Van heinde en ver kwamen ze met hun brommers uit Beuningen, Ewijk, Deest en Druten naar onze hangplek in Wijchen. 

“Langharig tuig!” noemde ze ons.’’Komt niks van terecht’’. Bij ons thuis hadden ze er geen moeite mee. Negen uur ’s avonds waren we weer thuis. Deze tijden zijn inmiddels wel veranderd. En wij het “langharig tuig’’ zijn allemaal goed terecht gekomen. Al zij het met minder haar en grijs.

Geweldige tijd!

Marion Verkooijen

In de bajes

Een stukje uit het verhaal van vorig jaar over ‘ondeugende Annie. Op welke manier ze ontsnapte uit het verzorgingshuis waar ze woont, dat in de Lock down zat, om zogenaamd een ‘lege envelop’ te posten, waar ze permissie voor had. Maar regelrecht naar mij toe liep met de rollator, wat niet mocht!

We zijn nu een tien maanden verder en Annie, ‘ons mam’ van bijna 93 is verdrietig.

“Dat ik dit nog moet meemaken, het valt niet mee, het lijkt wel of ik in de bajes zit,” zegt ze bijna dagelijks. Eten uit een pakketje, die de verzorgers in de magnetron warm maken. “In de oorlog had ik het nog beter en dan dè gekke lepke vur de mond.“

Vaak vraagt ze aan mij of het wel zo erg is met ‘die ziekte’. Tja… als je bijna de hele dag in een stoel naar buiten zit te kijken, dan krijg je dat allemaal niet meer mee. Af en toe gaan we met de rolstoel een  rondje richting Terp (het centrum) maken. En vindt het maar raar, ondanks de anderhalve meter dat ze nergens koffie kan drinken. : “Ok nie bij Geert Sanders? : “Ge ziet ok nie veul bekende mer,”zegt ze dan. Maar ons mam heeft niet in de gaten dat ze al 92 jaar is. ‘Ga straks als we weer thuis zijn maar cd‘tjes opzetten van Leon Claus, Dubbel op en Jan de kemp zeg ik dan. En dat doet ze dan ook! Met volgens mij met iets teveel volume.

Nog steeds ondeugend!

Het leven in de Valendries

De Valendries, een grote wijk in Wijchen die vlak na de oorlog  werd gebouwd.  De meeste mensen in deze wijk praatten “Het Wijchens Dialect”.

Omstreeks 1955 kwamen ons mam en pap, mijn broer en ik op d’n Valendries in de Haagdoornstraat op nummer 18 wonen. Naast elkaar met  opa, oma, ooms, tantes, neven en nichten.

De  meeste mannen uit de Valendries werkten overdag en de vrouwen zorgden voor het huishouden, zonder het moderne apparatuur van vandaag. Ook geen televisie. Bij de familie Bosman tegenover ons in de Haagdoornstraat gingen verschillende kinderen uit de buurt op de woensdagmiddag  kinderuurtje kijken voor een dubbeltje en de schoenen uit. Geen van allen hadden het breed, maar was tevreden.  Ons mam Annie was als een van de weinige vrouwen uit die tijd die werkte. ‘’Geld verzoent de arbeid’’ zei ze altijd tegen mij en mijn broer. Die zin hebben wij altijd onthouden. Jarenlang heeft ze bij Daalderop aan de Nieuwenweg  met plezier gewerkt, totdat de fabriek ging verhuizen naar Tiel. Dat vond ze een gedoe met trein en bus, bovendien veel te ver weg. Maar heeft nog altijd spijt dat ze in haar jonge jaren het rijbewijs niet heeft gehaald.

Adje en Greet Verkooijen woonden in de Haagdoornstraat op nummer 22. Ze hadden negen kinderen. Elke dag kwam er wel een zoon of dochter binnenlopen waar de koffie altijd klaar stond. Adje en oma Greet hebben nog meerdere kinderen gehad, maar zijn helaas jong of bij de geboorte overleden. Oma zei altijd, dat ze van elk kind gehouden heeft.

Drie zonen Hemmie, Wim en Gradje speelden voetbal in het eerste van A W C. Vandaar dat het op zondagmiddag, na de voetbalwedstrijd in de huiskamer van Adje en oma propvol zat met eigen kinderen en vele van de achttien kleinkinderen. Vervolgens werd er stevig gediscussieerd en geanalyseerd over de wedstrijd met de nodige humor waar ze om bekend stonden. Oma Greet had ook haar eigen mening en opa Adje zat alles af te luisteren. En ging het niet over voetballen dan werd er gedebatteerd over Rusland en China. Iedereen tetterde door mekaar heen. Verschillende zonen en dochters van Adje en oma hebben achteraf een ‘politieke carrière ‘gemist. De aangetrouwde hielden wijselijk hun mond. Wandelaars die langs hun huis liepen stonden weleens stil vanwege de volume die uit het huis van de familie Verkooijen kwam. Hoe dat allemaal in dat kleine huiskamertje kon, weten we nu nog niet. Daarbij werd er volop gerookt in het huis, wat toen heel normaal was. Kun je nagaan wat dat betekende voor onze oma, die de hele dag in een ‘rookstoel’ zat en zelf niet rookte. Een blauwe walm.                                                                                                         

Totdat de jongste zoon van Adje en oma met de eigengemaakte  bitterballen, met vlees erin van de “Butjes uit Oss” op tafel zette. Dan moest je snel en niet bescheiden zijn om ook een bitterbal te grijpen, anders was de schaal al leeg. Op  latere leeftijd kreeg oma Alzheimer en dacht dat ze nog kleine kinderen had, waar ze heel bezorgd over was. Maar ook Adje snapte er niks van.

Buiten spelen met de buurt

Na schooltijd speelden we in de zomer altijd buiten. In het midden van de Haagdoornstraat lag een grasveldje met rondom bomen. Precies goed om slagbal tespelen. Vooral in de zomer met warm weer, zaten de buurtbewoners ‘op een paar na,’ voor in eigen tuin met elkander praten, lachen, beetje dollen met de watersproeier en tevens de kinderen in de gaten houden. Vooral Harry, mijn vader, die overdreven bezorgd was.   Leuke tijd…….                                                                 

Het was ook niet zo druk als nu in het verkeer. Daarom deden we met z’n allen vaak spelletjes op straat. We deden hinkelen, elastiek twist, tollen, tikkertje, kaatsballen en stoeprand. In de vakantie periode speelden we land verrovertje in het welpenbos vlak naast de ‘Blije Dries’ of met warm weer met z’n allen zwemmen in de vijver tussen de kikkers. In het bos slootje springen vlakbij het AWC terrein en in de winterdag gingen we op de vijver schaatsen.
Met de hele buurt naar het bos gaan, dat doen ze  tegenwoordig niet meer.  De meesten hadden een fijne jeugd. Er waren altijd wel een paar gezinnen in de buurt waar het minder goed mee ging, maar als kind merk je daar toen niet zoveel van.

Toen we klein waren gingen we naar de kleuterschool in het ‘Laantje’, een oud gebouw met nonnen. Daar had ik niet zoveel mee, op één na, ik weet de zusternaam niet meer. Mijn broertje die twee jaar jonger was dan ik mocht af en toe mee. Hij mocht dan naast mij zitten. Vaak viel ie in slaap en ik  moest dan blijven zitten tot ie wakker werd. Dat vond ik toen niet zo leuk.

 Toen naar de grote school, De Mariaschool. De Maria- en de Franciscusschool stonden aan de Oosterweg tegenover elkaar. Een klas bestond uit minimaal vijfendertig kinderen. Voor die tijd, ongeveer eind jaren vijftig, waren het grote klassen. We hadden les van maandag tot vrijdag. Later ook nog de zaterdagochtend, dat vonden de meeste niet zo erg en de ouders ook niet. Meestal deden we op zaterdag leuke dingen, tekenen, zingen, voorlezen, enz. Ook de nonnen gaven nog les, die vond ik persoonlijk niet allemaal erg vriendelijk.

Iedereen die in die tijd op school zat kende juffrouw Simons, een rare excentrieke juf. Ik heb gelukkig niet bij haar in de klas gezeten, want ze had gemene trekjes, slaan met het liniaalstokje, spugen als je een snoepje in de mond had, met de armen omhoog blijven staan, en owéé als je armen iets begonnen te zakken, dan kreeg je er van langs. Misschien heeft ze zelf als kind dat ook mee gemaakt, wie zal het zeggen. Op de jongensschool was het idem dito, daar werd door sommige leraren ook geslagen. Verschillende jongens van toen, weten dat nu nog precies te vertellen.

Het duurt te lang

“licht aan het eind van de tunnel, nog even vol houden,” zei premier Rutte recent in de persconferentie.

Een nieuwe variant doet ons de das om. Strengere maatregels. De avondklok, wat bijna een burgeroorlog uitlokt. Op advies! één bezoeker per dag. In het  verzorgingstehuis gold dat ‘één bezoeker’ per dag een paar dagen later. Familieleden moesten wachten op een officiële brief van het RIVM. Tot dan mochten de bewoners gewoon twee keer per dag bezoek hebben. Erg verwarrend en misstanden voor direct naaste familieleden. En of het uiteindelijk werkt weet niemand. Zelfs de biologische immunologie staan voor raadsels.

18 januari, bekend als Blue Monday, de deprimerendste dag van het jaar. In 2021 blijft het niet bij een dag. Toch kun je zelf een handje meewerken om toch lichtpuntjes te zien. Voor mensen die goed mobiel zijn, ga hardlopen, wandelen, of met de hond wandelen. Ouderen een blokje om met  de rollator, scootmobiel of met een familielid. Maar probeer vooral om in de buitenlucht te zijn.

Als je ‘s avonds maar één minuut voor negen binnen bent.

       Relax en gun jezelf de tijd die goed voor je is.  

Een vlucht verhalen

Een terugblik uit het jaar 2020.

Januari. De derde maandag 2020 in januari, die bekend staat als de meest depressieve dag van het jaar. Niet wetend dat erdoor de pandemie nog vele van deze dagen zullen komen.

Februari. De elfde van de elfde 2020. Nog niks aan de hand. Iedereen onder de rivieren was druk bezig met het voorbereiden op de carnaval, terwijl het virus al door het land ging.

Maart roert zijn staart. De eerste berichten over het virus zijn op tv  en in de meeste kranten.

April. Het dodental staat op 70000. Dit was nog maar het begin. Blijf thuis ! zei premier Rutte. Hij zal dit nog vaak blijven herhalen.

Mei. Glazen bol. Dit had niemand kunnen voorspellen. Dit was geen griepje.

Juni. Een brief posten was voor “ons mam” een aanleiding om te ontsnappen uit het verzorgingshuis, dat in de lockdown zat.

Juli. De wereld is veranderd. Horeca,s winkels, sportscholen zijn weer geopend. Wel aangepast! Het leeft weer.

Augustus. Vakantiemaand. Ondanks de  aangepaste maatregelen waren we tevreden. Ging goed!

September. Ofschoon vele mensen dachten, dat het de goede kant opging, werd er toch besloten om de Wijchense kermis niet door te laten gaan. Wat een ramp betekende voor de “Echte Wijchenaren.

Oktober. Het virus is flink opgelaaid en op dringend verzoek van Premier Rutte om een mondkapje te dragen. Wat niet iedereen deed.

November. Een saaie, donkere maand. Vooral voor alleenstaande en oudere mensen. die vaak te lang alleen zitten, bang zijn en niet naar buiten kunnen. Triest!

December. Om het met de kerstdagen nog gezelliger te maken zijn we massaal aan het knutselen gegaan.  We zijn we creatiever geworden.  Leuk!        

2021, Het komt goed! 

Marion Verkooijen.

« Oudere berichten

© 2025 Marion Verkooijen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑