Ik Marion, de dochter van Harry, schrijf een verhaal over Ben en Harry. Twee broers die uitgezonden werden naar Nederlands-Indië.
Harry en Ben zijn geboren op Alverna. Twee jonge mannen die naar Indonesië moesten. Ze kwamen uit een groot gezin, waar ook armoede heerste.
Ver weg, Indonesië, dat wisten ze wel en wat moesten ze daar doen? En waar lag het ergens?
Drie jaar zijn ze er gebleven. Harry ging eerst, daarna Ben. Zes weken varen op een groot schip en zes weken over de reling gehangen, zo zeeziek, tenminste Harry.

Water, water en nog eens water . Wel dolfijnen en andere grote vissen hadden ze gezien.
Harry moest naar Batavia en Ben naar Java. De naam van de stad Batavia werd later veranderd in Jakarta. Kampongs waren er velen, dat zijn traditionele dorpjes met omheining voor de veiligheid, daar moesten ze op wacht staan. Vooral ’s nachts was het gevaarlijk. De opstandelingen en Jappen konden heel goed dieren geluiden na doen, dus je moest alert zijn. Harry was daar goed in, die viel echt niet in slaap, daar was hij veel te bang voor. Het kon ook fataal aflopen vertelde hij later.
Het eten…….tja, dat was wel wat anders dan piepers, maar ze vonden het lekker en wij later ook.
De Indonesische mensen waren erg onderdanig en bang voor ons, de Nederlandse soldaten. Harry en Ben lieten merken dat dat niet nodig was, maar zo waren de Hollanders niet allemaal, er waren ook schurken bij.
Er heerste ook veel geslachtsziektes onder de soldaten, daar werden ze op gecontroleerd, ze noemde dat “de pikkenparade”. Penicilline was er niet, dus er gingen er ook veel aan dood. Je moest je verstand gebruiken vertelden ze later thuis.
Ook heeft Harry op een dag, een zwaar gewond jong meisje, met haar vader naar een klein ziekenhuisje gebracht, met het geweer in zijn hand, omdat het heel gevaarlijk was om daar te komen. Later bedankte de vader, Harry in de Maleise taal, Terima Kasih Touan, dat betekent; “Dank je wel meneer”.
Op een dag kreeg Harry te horen dat Ben gewond was geraakt door een granaatscherf, En….. Harry ging naar Ben, in zijn eentje, een lange en gevaarlijke treinreis naar een ziekenhuis in Java. Ben was natuurlijk heel erg blij om Harry weer te zien, want dat was altijd maar weer de vraag.
Een paar leuke anekdotes.
De vader van Ben en Harry mocht iets persoonlijk naar Indonesië sturen, maar wij, de kleinkinderen van onze Opa denken dat ie helemaal niet wist waar Indonesië lag, dus hij stuurde een grote goudrenet op. Nou, die zal wel overrijp aan gekomen zijn.
Op een dag kwam er een Sergeant aan gelopen, toen ze er al een paar jaar waren, ”Heren, ik heb slecht nieuws voor jullie”. Harry en Ben keken mekaar verbaasd aan; ”Jullie moeten nog een jaar blijven”. Harry en Ben: “Hè, wij schrokken al, wij dachten al dat we naar huis toe moesten”, dat was de humor van hun. Aan het thuisfront vonden ze dat niet zo erg, hoefden ze twee monden minder te voeden, ook humor.
Ben reed op een dag in een kolonne. Voor hem reed een vrachtwagen met allemaal verpleegster. Toen de vijand aan een soort lont trok, ontplofte de wagen, alle verpleegsters waren op slag dood. Dat was een traumatische ervaring voor zijn hele verdere leven.
Toen ze na zoveel jaren weer thuis kwamen, was iedereen erg blij dat ze heelhuids terug waren. Achteraf zeiden ze, wat hadden wij daar te zoeken. Een nutteloze oorlog met zeer veel slachtoffers. En wij waren daar, om de orde in het land te handhaven tegen de opstandelingen, maar het was hun land. Harry heeft zijn hele leven over Indië gehad en Ben minder.
Wij hebben nog een paar aandenkens, wajangpoppen, krissen, en heel veel foto’s die ik allemaal weg gedaan heb. Maar ze zeiden alle twee, het waren de mooiste en de meest indrukwekkende tijden uit ons hele leven.