Omtrent 1969.

Elke avond rond zes uur gingen mijn vriendinnen en ik uit onze straat naar het grasveld tegenover de friettent lepoutre, “De Lip’’, die er nou nog staat als cafetaria.

Een ontmoetingsplek, waar gelachen, gedold, veel sjekkies gedraaid werden en af en toe iets te eten of drinken halen.

Wel vroeg de eigenaar van de friettent op een zomerse avond aan ons of wij het afval voortaan in de afvalemmer wilden gooien, ook voor de omgeving en wat wij ook deden. Vooral omdat ie het zo netjes vroeg aan ons. Onze generatie werd toen al milieu bewust gemaakt.

De mode en muziek was heel belangrijk in die tijd, Swinging Sixties.

De jonge mannen hadden lange haren en reden met een Puch, Tomos, Kreidler of Zundapp. Heel stoer! En wij de meisjes droegen lakjassen, Flower power broeken, mini jurkjes of rokjes in de steil van “Twiggy”. Vooral de ogen werden zwaar opgemaakt met zwarte eyeliner, daar moest je wel even voor gaan zitten. “Ons pap Harrie zei altijd, “och jee, ze gaan weer op oorlogspad”.

Van heinde en ver kwamen ze met hun brommers uit Beuningen, Ewijk, Deest en Druten naar onze hangplek in Wijchen. 

“Langharig tuig!” noemde ze ons.’’Komt niks van terecht’’. Bij ons thuis hadden ze er geen moeite mee. Negen uur ’s avonds waren we weer thuis. Deze tijden zijn inmiddels wel veranderd. En wij het “langharig tuig’’ zijn allemaal goed terecht gekomen. Al zij het met minder haar en grijs.

Geweldige tijd!

Marion Verkooijen