Mijn man en ik, mijn broer en schoonzus hadden in 2016 een achtdaagse fietsvakantie geboekt. Een elfstedentocht All inclusive door Friesland. De start begon bij ons eerste hotel in Leeuwarden. Ongeveer 50 km per dag. Na het ontbijt, fietsten we door kleine dorpjes en steden. Fraaie boerderijen met uitgestrekte weilanden, naar het volgende hotel. Mooi Nederland!
Dag vier. Het liep tegen twaalf uur en in de verte zagen we een klein dorpje. Daar zouden we even een stop houden om iets te gaan drinken. Toen we in het dorp aan kwamen, was er niemand te zien. Geen kinderen die aan het spelen waren, niemand die bv de hond uitliet. Het leek wel een leeg dorp. Héél stil. Alleen het ruisen van de bomen. Ook het enige café was gesloten. Jammer! Want de temperatuur liep al aardig op.
Wat ons wel opviel, achter de ruisende bomen stond een heel oud kerkje. We zetten onze fietsen tegen een hek van een speeltuintje en gingen het kerkje eens goed bezichtigen. Dat leek ons wel interessant. Het stamde uit 1600 en dat was goed te zien. De grafstenen stonden schots en scheef. Ieder liep naar een grafsteen toe, of ze nog iets konden lezen naar namen en leeftijden. Wij dachten de naam ‘Kenau’ zien staan op een heel oud grafsteen, maar dat weten we niet. Hebben we ook niet nagevraagd.
Het zag er best wel eng uit. De schuine grafstenen, die half uit de grond staken, met de ruisende bomen er om heen. Héé, zei mijn schoonzus, hier staat: Duw even op de bel. Ondertussen zagen we een man, ‘hij liep een beetje mank’ met een hondje voorbij zien lopen. Naast het kerkje stond een huisje, waar hij naar binnen ging. Wij vonden het maar eng, ook het hele plaatje er omheen.
Mijn man zei: Kom laten we maar gaan, het is hier eng en spookachtig. Ik ga niet mee naar binnen. Als jullie wel naar binnen gaan, blijf ik hier wel wachten: Wij moesten hier erg om lachen, dat ie het zo eng vond.
Dus……wij drukte op de bel, en ja hoor, daar kwam ‘enge meneer’ aan. We gingen met z’n drietjes naar binnen, daar was het óók al spookachtig, met een grafkelder in het midden van de kerk. ‘Enge meneer’ vertelde ons, dat er in de grafkelder vier mummies lagen……welja.
Wij naar beneden, een klein trapje af, door een velours groen gordijn en kwamen terecht in een soort grot. Er lage vier mummies in glazen kisten, nog in goede staat. We konden goed zien aan de mummies of het een man, vrouw of kind was…. Een heel apart koel briesje stroomde langs ons heen…..Brrrr. Daarom bleven die mummies ook zo in goede staat. Dat lag aan de luchtstroming, had ‘enge meneer’ ons verteld.
Opeens voelden we niet meer op ons gemak onder in de grot en gingen we naar boven. ‘Enge meneer’ stond ons al op te wachten. Toch maar een praatje maken uit beleefdheid, maar het liefst wilden wij zo snel mogelijk naar mijn man die op een bankje in de speeltuin zat te wachten. ‘Enge meneer’ vroeg aan ons, waar wij vandaan kwamen; uit Wijchen: riepen wij volmondig. ‘Enge meneer’ wist toch niet waar dat lag, dachten wij.
Héé, dat dorp ken ik, zei ‘enge meneer,’ ik heb jaren in Grave gewoond. Een van onze dochters heeft in een bekend restaurant in Wijchen gewerkt. Mijn vrouw en ik zijn ook vaak in het dorp wezen winkelen, of naar de markt gegaan. ‘Enge meneer’ werd steeds minder eng en had zelfs humor. Het was een aardige man. ‘’Het lag aan ons.’’ Ondertussen hadden we mijn man erbij gehaald en we babbelde er vrolijk met zijn vijven erop los.
Lachend gingen we het kerkje uit. We stapten weer op onze fietsen naar het volgende dorpje. Het had wel indruk op ons gemaakt. ‘s Avonds bij het diner met een wijntje erbij hebben we het er steeds over gehad en gelachen. Na onze vakantie thuis, hebben ik het nog luchtig, smeuïg en uitgebeeld verteld tegen onze vrienden. Die lagen in een deuk. Maar al met al, het was een fijne vakantie.