Persoonlijke verhalen van een echte Wijchense dern.

Tag: dialect

Wijchense kermis

Vanaf mijn zevende levensjaar herrinner ik mij de Wijchense kermis. ‘Ons pap’ en ‘ons mam’ gingen drie of vier dagen naar de kermis. De meeste Wijchenaren gingen ’s morgens vroeg  bij mekaar aan en liepen om een uur of elf naar de dubbele danstent in de Kasteellaan, voorheen de Zandstraat.

Van die ouwerwetse dansen bv, de mazurka, kruispolka, wals, tango. Kinderen gingen ook wel eens mee. Was mooi om af te kijken. ’s Middags tegen vier uur ging de danstent een paar uur sluiten. Glazen spoelen, vegen, nieuwe houtkrullen op de vloer. Dat wat om de vloer een beetje glad te maken, om goed te kunnen ‘rock en rollen en te twisten.’

’s Avonds weer terug. Op zondagmiddag ging ‘onze Tonnie’ en ik met ons pap en mam rondje kermis en dan naar ons opa en oma. Daar bleven wij slapen. Op maandag kregen we een dagkaart voor de hele dag op de cakewalk. Vonden wij en de meeste leuk. ’s Avonds waren we hélémaal tureluurs. Mallemeulen, touwke trekken en de schiettent, simpele kermis attracties.

In de pubertijd ging ik met mijn vriendinnen, Marijke, Janny, Nellie, Hennie, ‘mar un bietje schupe’ over de kermis, of nor Hent Gerrits, een cafetaria, daor konde moi zitten. Un frietje ètè mit un gleske limonade, veul geld hadde we nog niet.

Muziek uit de jukebox en moie mennekes. Toen we un jaor of zestien, zuventien ware, gingen we ok nor de tent. De misste kregen of hadde al verkering mit de Wijchense kermis. We gingen toen mit un heel stel, misstal familie. We kende mekaor allemol.

Er werd  wat af gedanst, de vloer dreunde, vooral op de nummer één hit, I Can Get No {Satisfaction} van de Stones uit 1965. Elf uur ’s morgens waren we der al en laoter op de middag ging het dicht. Um zes uur stond er al wer unne lange rij mit un entree kaartje in de hànd.

Unne keer was het zo heet, dè Hentje Hein in de tent naor boven klom, want hij was mager en lenig, um ut zeil los te maken. ‘Un bietje frisse lucht, zei Hentje, ‘anders godde kapot’. Tègen vier uur gingen ze effe sluiten. Want dan gingen de miste slaopen en niet te vergeten de wekker te zetten, want ge wou niks missen. Of mit un heel stel bij iemand eieren bakken of soep ète, zelfs hele maaltijden werd er gekokt.

Ons pap en ons mam gingen elk jaor ‘s mondags mit de kermis ète mit Nollie en Wim, Henk en Annie nor ‘Trui en Knilles’, de ouders van Wim, die wonde vlak bij de Meshalle. Soep, piepers mit bontjes, vleis en pudding uit de fles. En daornor liters koffie mit in un keukske.

Dinsdag mit de kermis was het un stukske minder druk. Veul mit un kater, of ut geld was op. Veul minsen die ik kende, hebben verkering gegregen mit de Wijchense kermis en zijn mit mekaor getrouwd zeide ze laoter. Ik denk nie, dèk ooit unne Wijchense kermis heb over geslagen.

Op un gegeven moment godde mit oewe lijftijd verkassen. Van de tent gingen we richting Geert Sanders en café de Reuver in de Kasteellaan. Jaoren zijn we daor gebleven. Het hiet nu al jaaaaren  Sterrebosch. En kregen we honger, dan richting ‘Bloedje Hormes’ nor de karbonaadjes. Het frituurvet droop af van het ribbelblaadje. Maar iedereen vond ze lekker.

De Mariaschool

De Mariaschool stond aan de Oosterweg tegenover de Franciscusschool. Een klas bestond uit minimaal vijfendertig kinderen. Er waren dubbele klassen, klas A en klas B. Daar zat wel verschil in. De meeste middenstand kinderen in die tijd zaten in klas A. In klas B kwamen de meeste van de Valendries, dat gold ook voor de jongensschool. Er werd onderscheid gemaakt!

Het was een mooie school met een grote speelplaats. We deden allerlei leuke spelletjes buiten die de jongelui van tegenwoordig niet meer kennen bv: hinkelen, kaatseballen, elastiek twist, tollen, tikkertje, stoeprand, maar dat deden we thuis in de straat, wand je moest een trottoirrand hebben, verstoppertje spelen, ik tel tot tien, ‘wie niet weg is, is gezien: iiik kom’.

s’ Maandags tot vrijdag hadden we les, van half negen tot twaalf en ‘s middags van half twee tot vier. later ook nog op zaterdagochtend van negen tot twaalf. Dat vonden we niet zo erg, want dan deden we meestal leuke dingen bv: tekenen, voorlezen, zingen.

Er waren ook een paar nonnen die les gaven. Ze waren niet allemaal even vriendelijk. Dat vonden er velen. Volgens mij waren het gefrustreerde vrouwen, anders geaard, wat toen in die tijd een schande was, dan werd je maar non. Toen ik veel ouder was heb ik dat wel eens van familieleden van een non of pater gehoord. Maar zo waren ze niet allemaal. Ook op een andere manier gingen er jonge vrouwen het klooster in. Het was ook een eer. Dat gebeurde vroeger ook bij het overbuurmeisje van mijn moeder. Zij verbrak haar verloving en ging het klooster in. Ook haar naam Annie veranderde in zuster Fiannie.

 Ook was er een juffrouw die nog veel erger was. Iedereen die op deze school heeft gezeten kent haar als ‘De Siem.’ Ik heb gelukkig niet bij juffrouw Simons in de klas gezeten. Vele anderen die wel bij haar in de klas hadden gezeten vertelden later, dat ze gemeen was, vooral typisch de kinderen uit een grote gezinnen, waar ze het niet zo breed hadden. Een paar van die sadistische handelingen: Veel te lang met de armen in de lucht staan en owéé, als je de armen iets liet zakken, dan sloeg ze je met het liniaaltje. Als je een snoepje in de mond had moest je het snoepje uit de mond halen en zij spuugde dan in je mond, de handen recht vooruit op je tafeltje en dan sloeg ze er op. 

Ook tóén waren er kinderen met ADHD of concentratie problemen, maar dat bestond toen nog niet. Toen we allang volwassen waren hebben we er toch nog om gelachen om al die verhalen.

Om de zoveel maanden, en dan begon de hele school al te bibberen……kwam de tandartswagen aan rijden. Dat vonden de meeste kinderen het ergste wat er was. Want er werd nog geboord zonder verdoving, zoals ik mij kan herinneren.

 De juffrouw noemde je naam op, want het ging op alfabet. Dus bij mij duurde het een paar dagen langer voordat ik aan de beurt was. Bij mij begon de eerste letter van mijn achternaam met een V. Een grote grijze kaart kreeg je in je hand en dan ging je met knikkende knieën naar de grote witte wagen en als het dan weer gebeurt was Helemaal blij. We hebben het er nog altijd over, maar dan met een smiley.

Als je jarig was, dan mocht je trakteren in je klas. Veertig taaie, harde toffees, van één cent per stuk. Voor de juf een reep chocolade. Die mocht ik kopen in een leuk klein winkeltje, vooraan in een zandweg, de Groene Geeststraat.

Een broer en zus woonde daar samen met zijn tweetjes en runde het winkeltje. Haar naam weet ik nog, Drienneke. In mijn kinderogen een stokoude dame, die ook nog doof was. Ze verkochten er tabak, koffie, thee en koekjes. Elke week ging ik daar voor mijn oma koffie kopen. De koekje kregen we er gratis bij. Die mocht ik uit zoeken. Meestal koos ik de bokkenpootjes.

Er waren ook kinderen bij die niet trakteerden, omdat er geen geld was. Dat gold ook met Sinterklaas. Iedereen moest een briefje trekken en dan een cadeautje kopen voor diegene die je getrokken had. Ook daar was geen geld voor, of ze kregen het niet van  hun ouders. Dat was natuurlijk heel erg zielig.

Het Wijchens dialect is mooi, maar ook een probleem. We wisten vaak niet hoe we moesten praten in het Nederlands. We probeerden het wel, maar het ging vaak mis. Zoals een vriendinnetje van mij uit de Haagdoornstraat, ze moest iets vertellen voor de klas. En de kleur Rose kwam er in voor. Ze dacht dat het Wijchens was en zei daarom Raas. Ze moest naar voren komen en nogmaals het woordje raas zeggen, waardoor ze door de gegoede burgerkinderen werd uitgelachen. Op haar 42ste ontdekte ze dat ze dyslectisch en bovengemiddeld intelligent. Maar zo een simpel arbeiderskind daar werd geen aandacht aan besteed. Zo waren er nog meer van dit soort verhalen, hoe arbeidskinderen behandeld werden op de Mariaschool, geleid door de zusters van liefde en krengen van barmhartigheid zei haar moeder Leen later.

De mode toen in die tijd:

  • De Astronautmuts, wie kent hem nog, een soort bontmuts. Ik had een witte, was net een konijntje.        
  • De klokrok met een petticoat eronder, zwarte lakschoentjes, haarbanden, strikken in je haar.
  • Radio luisteren, Elvis, Roy Orbison, Blue Diamonds, The Rolling Stones, The Beatles, The Shadows. Nederlandse artiesten: Willy& Willeke, Johnny Lion met zijn grote hit Sophietje en Rob de Nijs met zijn kassucces Zachtjes tikt de regen tegen het zolderraam.

De leukste juffrouw van de school en dat vond iedereen, was juffrouw van de Biggelaar.

© 2025 Marion Verkooijen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑