Hemmie was de middelste broer uit het grote gezin van mijn vader Harry, die de oudste was. Hemmie woonde met zijn jongste broer Hein, als laatste twee vrijgezellen nog bij onze oma en “Atje”, zo noemde kinderen en kleinkinderen onze opa. Een afkorting van Antoon.

Hemmie is lang vrijgezel gebleven, voordat hij de liefde van zijn leven, een vrouw met zeven kinderen trouwde. Die hij altijd als zijn eigen kinderen heeft beschouwd. Voor zijn trouwen, toen Hemmie nog thuis bij oma en Atje woonde, gebeurde er altijd wel iets, wat typisch voor Hemmie was. Zo kon hij prachtig zingen en gitaar spelen op zijn handgemaakte Spaanse gitaar. Maar af en toe was Hemmie ook een kluns, waar wij neven en nichten het nog vaak over hebben en om moeten lachen.


Een paar leuke anekdotes van Hemmie.
Oma zou de boodschappen doen voor een recept. Zij vroeg aan Hemmie wat voor kruiden erin moesten en Hemmie begon alle kruiden op te noemen die in de ‘hete kip’ moesten: “Bali, Lombok, Sumba, Sumwaba, Floris en Timor”. De eilanden uit Indonesië noemde Hemmie op. “Ooooooh”, zei oma, “mot det allemol erin en waor mot ik dè kopen”. “Bij dun Brusch” zei Hemmie, vroeger de poelier in de Esdoornstraat.
Hemmie vond nasi goreng lekker. Maar oma had niet zo’n zin om het te maken en kocht nasi goreng ‘Koenvisser’ uit een blik. Wie kent het nog?

Nietsvermoedend begon Hemmie te eten en kokhalsde ervan: Niet te eten en gooide van kwaadheid, niet op zijn moeder, de nasi buiten bij een boom, waar een tel later een hond kwam aanlopen die aan de nasi snuffelde en die meteen weg liep : “Kijk us naar buiten” zei Hemmie, “unne hond lust ut nog niet”!